Gravensteiner (Malus domestica Gravensteiner) nr. 5

Halfstam.
Gesponsord door Maarten van Dun voor Els Versteege.

 

 

 

 

 

 

Afkomst
Over de herkomst van dit zeer oude ras bestaan verschillende theorieën. Waarschijnlijk is de appel afkomstig uit de tuin van kasteel Gravenstein bij Apenrade. Volgens Deutsche Obstcabinet is de vrucht de Ville Blanc. Waarvan omstreeks 1670 entmateriaal uit Zuid-Tirol naar Graaf Chr. Ahlefeldt, bewoner van kasteel Graasten in Zuid-Jutland in Denemarken, gestuurd is door diens broer. Vast staat dat het een zeer oud ras is en wordt vanaf 1669 in Denemarken beschreven. De vrucht is rond 1760 in de handel gebracht. In het koele Noordwest Europese zeeklimaat is de vrucht van betere kwaliteit en werd rond Scandinavië bijzonder gewaardeerd en bracht daar de hoogste prijzen op. De appel gold van oudsher als een topper.
De appel is in geheel Europa breed verspreid geweest, maar in Nederland over het algemeen van weinig betekenis gebleven.
Uiterlijk
Geel/oranje van kleur.
Smaak
Heeft een frisse en sappige aromatische smaak.
Pluktijd
Augustus.
Consumptie
Is geschikt als hand, dessert en bewaar appel.
Gebruik
Een bijzonder gegeven van de Gravensteiner is dat de te vroeg geoogste appel of valfruit zeer geschikt is voor moes.
Opmerkingen
Voorkeur standplaats is in de zon. Verdraagt ook schaduw. Mag niet geplant worden in een vochtige bodem. Dit belemmert de groei.
De appels van deze boom hangen apart en zijn niet windvast.